Het kan vandaag gebeuren
Tot de verlamde man sprak Jezus: ‘Ik zeg u, sta op, neem uw bed op en ga naar huis.’
Onmiddellijk stond hij voor aller ogen op, nam het bed waarop hij gelegen had mee
en ging God verheerlijkend naar huis. Iedereen stond er versteld van en ze verheerlijkten
God. Vol ontzag zeiden zij: ‘Wij zijn vandaag van ongehoorde dingen getuigen geweest.’
(Lucas 5,24-26)
De evangelist Lucas heeft ons prachtige verhalen geschonken. In het kerkelijk jaar zouden wij behoorlijk stil vallen zonder zijn vertellingen op Kerstavond, Maria Lichtmis, Pasen, Hemelvaart en niet te vergeten Pinksteren. Hij is ook degene die ons vertelt over de barmhartige Samaritaan, de verloren zoon en de onrechtvaardige rentmeester. In de kloosters zijn Lucas’ liederen door te eeuwen heen tot in onze tijd gekoesterd en geliefd. De lofzang van Zacharias in het morgengebed, de lofzang van Maria in het avondgebed en bij de dagsluiting de lofzang van Simeon. Vrijwel niemand heeft zo’n enorme invloed op het kerkelijk leven gehad als Lucas.
Het fragment dat ik hier citeer uit het vijfde hoofdstuk, brengt nog een ander aspect aan het licht. Lucas staat in de traditie te boek als arts en inderdaad gebruikt hij de woorden ‘genezen’ en ’gezond maken’ veel vaker dan de andere evangelisten. Belangrijker dan dat, is zijn afkomst: Lucas is een Griek. Hij heeft geen Joodse achtergrond maar stelt zichzelf de opgave om het bijzondere verhaal over Jezus toegankelijk te maken voor de mensen uit zijn culturele omgeving.
In die Griekse cultuur kun je het ideale mensbeeld omschrijven als ‘de mooie en goede mens’. Een gezonde ziel woont in een gezond lichaam, zij zijn met elkaar in harmonie. Bij gezondheid gaat het niet alleen om lichamelijk welzijn, maar ook om geestelijk in orde te zijn. Bijvoorbeeld door een rechtvaardige levenswandel te kiezen en de juiste maat te hanteren bij alles wat je doet. Het gaat om de juiste balans. Ziekte verstoort die balans en bedreigt de waardigheid van de mens.
Genezen is voor Lucas dus vooral het herstel van de menselijke waardigheid en het terugvinden van de goede balans. Dat wordt duidelijk in de verhalen die hij vertelt over het genezen van mensen. Die genezingen gebeuren vrijwel allemaal op de Joodse sabbat, de dag waarop God rustte van zijn scheppingswerk en zag dat alles goed was. Genezen is het herstel van de goede schepping: als Jezus iemand beter maakt, voltooit Hij het werk van God. In dat herstel komt de mens te voorschijn die God heeft bedoeld.
Zo ook in het verhaal over de verlamde man die door vrienden bij Jezus wordt gebracht. Hij ligt op een bed en is niet in staat om te gaan waarheen hij zelf wil. Maar net als zijn vrienden gelooft hij dat Jezus hem kan verlossen uit die onvrijheid. Zij doen iets ongehoords vanuit het vertrouwen op de bevrijdende kracht van God die in Jezus aan het licht komt. Opvallend hierbij is de afwezigheid van welk medisch handelen dan ook. Jezus kijkt de man aan, bemoedigt hem en spreekt hem toe. Dat is alles.Nu mocht ik in september mee met een zorgbedevaart naar Lourdes. In één van de vieringen die wij als groep hebben beleefd in de bovenste basiliek is dit verhaal over de verlamde man gelezen als evangelie. Het past zo goed bij wat er op die plek in de Pyreneeën dagelijks gebeurt. Naar Lourdes komen vele mensen die geplaagd worden door ziekte of beperking. Wie van hen niet op eigen kracht kan komen, wordt gebracht door vrienden. Anders dan in de rest van de wereld krijgen die zieken in Lourdes voorrang. Er zijn speciale banen voor rolstoelen in de straten, er is een plek vooraan bij alle plechtigheden en op het heiligdom staat een compleet hospitaal. En bij dit alles is er de eerbied en hulpvaardigheid van gezonde pelgrims. Op die manier kan de door ziekte aangetaste mens in Lourdes een bevestiging ervaren van zijn of haar waardigheid. Het is een beetje herstel van de mens zoals God die heeft bedoeld.
In het verhaal van Lucas gaat de verlamde man dankbaar terug naar huis. De mensen die er omheen stonden, spreken hun verbazing uit: ‘Wij zijn vandaag van ongehoorde dingen getuigen geweest.’ Telkens als ik na zo’n bedevaart huiswaarts keer, voel ik dezelfde verwondering. Het is niet louter een fraai verhaal van wat ooit een verlamde man is overkomen. Het kan nog steeds gebeuren. En wie weet zelfs vandaag.
André van Boven