Paus Franciscus legt uit hoe de leerlingen leerden geloven in de verrijzenis
Na de dood van de Meester raakten de leerlingen verspreid. Hun geloof was wankel geworden. Alles leek voorbij. Al hun zekerheden vielen in duigen. Hun hoop was vervlogen. Maar nu kwam de boodschap van de vrouwen, hoe ongelooflijk die ook klonk, als een lichtstraal in de duisternis naar hen toe. Het nieuws verspreidde zich: Jezus is verrezen, precies zoals Hij het heeft gezegd. En dan gaf Hij opdracht om naar Galilea te gaan. De vrouwen hebben dit twee keer gehoord. Eerst van de engel en daarna van Jezus zelf: “Zeg hen naar Galilea te gaan, want daar zullen ze Mij zien”. “Wees niet bevreesd” en “Ga naar Galilea”.
Galilea is de plaats waar zij voor het eerst werden geroepen. Het was de plaats waar alles begon! De apostelen moesten terugkeren naar de plaats waar zij destijds werden geroepen. Jezus wandelde toen langs de oevers van het meer waar de vissers hun netten uitwierpen. Hij riep hen. Zij lieten alles achter zich en volgden Hem (Mt. 4, 18-22).
Terugkeren naar Galilea betekent alles onbevreesd herlezen in het teken van de kruisdood en haar overwinning: “Wees niet bevreesd”. Alles herlezen – Jezus’ prediking, zijn wonderen, de nieuwe gemeenschap, het enthousiasme, de tekortkomingen en zelfs het verraad – alles herlezen met het einde als vertrekpunt. Het einde is een nieuw begin, de hoogste daad van liefde.
Paus Franciscus
Vieringen in de Paastijd
Klik hier voor de vieringen in de Thomas a Kempis parochie.
Paastijd
De Paastijd is de periode van vijftig dagen die volgt op Pasen. Deze vijftigdaagse periode volgt dus de veertigdagentijd op. De Paastijd begint op Paaszondag en eindigt op het hoogfeest van Pinksteren. In de liturgie van de Paastijd staat de vreugde om de verrijzenis van Christus centraal. Gedurende de Paastijd wordt in de eucharistie gelezen uit de Handelingen der Apostelen, dat vertelt over het ontstaan van de jonge Kerk, de gemeenschap van mensen die in de verrijzenis van Christus geloofden. Ook wordt gelezen uit het Johannes-evangelie, waarin Christus spreekt over Zichzelf als bron van het nieuwe leven. Tijdens de hele Paastijd staat de Paaskaars naast het altaar en is de liturgische kleur wit.